Pesten krijgt veel aandacht, maar komt nog steeds veel te vaak voor op school. Kinderen die gepest worden voelen zich vaak doodongelukkig en machteloos. Thuis zijn deze kinderen vaak verdrietig, prikkelbaar en/of boos. Vaak weten de ouders niet dat dit veroorzaakt wordt doordat hun kind op school gepest wordt. Ook leerkrachten hebben regelmatig niet in de gaten dat een kind gepest wordt of hoe ernstig een kind gepest wordt. Pesten kan zeer schadelijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen op de lange termijn. Kinderen die veel gepest worden hebben aanzienlijk grotere kans op het ontwikkelen van psychopathologie en een ongunstige persoonlijkheidsontwikkeling. Het is daarom van het grootste belang dat pesten snel en effectief aangepakt wordt. Wat kunt u daar als ouder aan doen? Een aantal tips:
-
Controleer met enige regelmaat of je kind gepest wordt.
Let op blijvende of regelmatig terugkerende negatieve stemming, prikkelbaarheid of boosheid zonder dat daar een duidelijke reden voor te vinden is. Waarschijnlijk ligt de oorzaak dan op school. Bedenk dat je kind niet automatisch aan je vertelt dat hij/zij gepest wordt. Sommige kinderen vinden het moeilijk om er over te praten als ze gepest worden. Het kan dan helpen om er op een indirecte manier naar te vragen, bijvoorbeeld of er kinderen op school zijn die andere kinderen plagen of pesten en vervolgens vragen of jouw kind ook wel eens geplaagd of gepest wordt. Informeer ook bij de leerkracht tijdens oudergesprekken of vraag vriendjes van je kind naar pestgedrag op school.
-
Geef je kind geborgenheid en steun.
Stel voor aan je kind dat je het met de leerkracht zult bespreken en dat je je best gaat doen om te zorgen dat het pesten ophoudt. Vraag je kind of hij/zij het goed vindt dat je het pesten met de leerkracht zult bespreken en of er zaken zijn waarvan je kind liever niet heeft dat je die bespreekt. Leg uit dat het belangrijk is dat de leerkracht(en) weten dat je kind gepest wordt, zodat ze kunnen helpen.
-
Breng het pesten goed in kaart.
Wie zijn de aanstichters van het pesten, wie lopen er mee, hoe gaat het pesten in zijn werk, zijn er uitlokkende factoren, waar (klas, gang, schoolplein, buiten school), wanneer en hoe vaak vindt het pesten plaats? Wanneer is het pesten begonnen? Wie weten er van het pesten/hebben het gezien: de leerkrachten, overblijfjuffen, andere leerlingen? Hoe erg vindt je kind het om gepest worden (op een schaal van 0 tot 10)? Wat zou je kind willen m.b.t. het pesten en welke oplossingen ziet hij/zij zelf?
-
Onderneem zo snel mogelijk actie richting de school.
Kijk op de website van de school of er een pestprotocol is en of er een vertrouwenspersoon is voor pestsituaties. De leerkrachten zijn in de regel het eerste aanspreekpunt. Neem contact op met de leerkracht(en), vraag op korte termijn om een afspraak en noem waarom het gaat. Doe dit zonder dat andere ouders of leerlingen dit horen.
-
Ga gezamenlijk naar het gesprek met de leerkracht(en).
Bespreek de feiten (zoals je die hebt vernomen) op een rustige en neutrale toon. Ouders raken meestal zeer geëmotioneerd wanneer hun kind gepest wordt. Dit is heel begrijpelijk, maar het is belangrijk om een constructieve houding en toon aan te nemen in het gesprek met de leerkracht(en). Vraag de leerkrachten of ze weten van het pesten en wat zij gezien hebben. De verhalen van kinderen kunnen onvolledig zijn. Maak geen verwijten naar de leerkrachten of school. Wees niet eisend en word niet boos of agressief! Je hebt elkaar hard nodig om het pestprobleem op te kunnen lossen. Geef de leerkrachten de kans om het probleem aan te pakken.
-
Vraag de leerkrachten wat ze aan het pesten gaan doen.
En hoe snel ze het probleem aan zullen pakken. Neem een print van het pestprotocol mee en bespreek welke punten de leerkrachten hieruit willen gebruiken. Maak concrete afspraken over de aanpak, wanneer de aanpak ingaat en wanneer/hoe vaak er teruggekoppeld zal worden over de resultaten van de aanpak. Laat de afspraken op schrift stellen, zodat achteraf duidelijk is wat er afgesproken is. Het kan zijn dat de leerkrachten eerst willen overleggen met de IBer of anti-pestcoördinator voor ze met een duidelijk plan van aanpak komen. Dring er echter op aan dat een aantal maatregelen zo snel mogelijk genomen worden, zoals:
- Een empathisch gesprek van de leerkracht met je kind, waarin je kind zijn/haar verhaal kan vertellen, van de leerkracht te horen krijgt dat het probleem aangepakt zal worden en dat het kind elk pestincident aan de leerkracht kan/moet melden. Het is heel belangrijk dat je kind zich gesteund voelt!
- Verbeterd toezicht om het pesten beter in kaart te brengen (voor zover haalbaar, aangezien pesters meestal toeslaan op onbewaakte momenten) en om direct op te kunnen treden als het pesten voorvalt.
- Een gesprek van de leerkracht met de pester(s), waarbij enerzijds geluisterd wordt naar wat de pester te zeggen heeft, anderzijds afspraken worden gemaakt met de pester(s) over het verbeteren van hun gedrag. Eventueel moeten de ouders van de pester(s) hierbij betrokken worden (en in elk geval als het pesten hardnekkig blijkt).
- Het bespreken van (het) pesten in de groep en het maken van afspraken over de manier waarop iedereen met elkaar hoort om te gaan (omgangsregels).
- Belangrijkste van deze en eventueel andere maatregelen is dat je kind zo snel mogelijk (liefst de volgende dag) merkt dat de situatie verbetert.
-
Communicatie met de leerkrachten.
Bespreek hoe de communicatie tussen ouders en leerkracht(en) zal verlopen: mondeling, of per email of app? Spreek bij voorkeur af dat pestincidenten dezelfde dag nog onderling gemeld worden, zodat er thuis en op school adequaat op gereageerd kan worden.
-
Blijf alert als ouders.
Evalueer regelmatig de voortgang met je kind en de leerkrachten. Als het pesten na enige niet sterk verminderd, bespreek dan met de leerkrachten dat ze er extra hulp bij moeten halen in of buiten de school.
-
Heeft je kind baat bij een training?
Het kan zijn dat je kind baat heeft bij een weerbaarheidscursus of sociale vaardigheidstraining. Ook kan het zijn dat je kind eventueel uitlokkend gedrag moet aanpassen. Het kan echter niet zo zijn dat alleen jouw kind zijn/haar gedrag moet veranderen. De pester(s) en meelopers moeten zeker ook aangesproken worden.
-
Tot slot:
- Wanneer pesten (uitsluitend) buiten school plaatsvindt, bespreek dit dan met de ouders van de pester.
- Probeer altijd constructief en neutraal/zakelijk te blijven, ook als is dit moeilijk. Het bevordert de welwillendheid van andere partijen om tot een oplossing te komen.