Longitudinaal onderzoek naar de ontwikkeling van jonge kinderen
Sinds 2007 heb ik in mijn onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) een groep van 135 kinderen vanaf de leeftijd van 9 maanden gevolgd in hun verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling. In deze groep zitten kinderen met een normale ontwikkeling, kinderen met een vertraagde of afwijkende ontwikkeling en mogelijk hoogbegaafde kinderen. Elke 6 maanden deden we bij deze kinderen ontwikkelings- of IQ-testen, spelobservaties en vulden de ouders allerlei vragenlijsten in. De best bestudeerde kinderen van Nederland! Fantastisch om te zien hoe de hummeltjes zich schijnbaar moeiteloos ontwikkelen tot jonge kinderen met een eigen identiteit, mogelijkheden en beperkingen! Helaas gaat het niet bij alle kinderen goed. De eerste tekenen van een verstandelijke beperking, autisme of ADHD zijn vaak al vroeg te herkennen. Ouders zien het vaak als eerste, maar worden niet altijd serieus genomen. En dat terwijl vroeg ingrijpen de beste kansen biedt om de ontwikkeling bij te sturen. Ook hoogbegaafdheid kan al vroeg tot problemen leiden.
Het is mijn overtuiging dat vroege onderkenning en interventie de beste kansen bieden op een zo goed mogelijke ontwikkeling voor elk kind: beperkt, anders, normaal of hoogbegaafd. Vanuit die overtuiging probeer ik mijn onderzoekservaringen in mijn praktijk toe te passen. Mijn doel is om daarmee bij te dragen aan een beter toekomstperspectief voor kinderen en aan een beter jeugdzorgbeleid.
Het onderzoek loopt nog steeds en gaat nu het achtste jaar in. De oudste kinderen zijn inmiddels 9 jaar en zitten al vijf jaar op de basisschool. In de komende twee jaar wordt bij alle kinderen de WISC (de standaard IQ-test voor kinderen vanaf 6 jaar) afgenomen en ga ik kijken hoe de kinderen het op school doen. Als die gegevens binnen zijn, dan kan ik kijken in hoeverre we het IQ en het functioneren op school en thuis van tevoren konden voorspellen. Ik heb intussen zo veel gedetailleerde gegevens over de vroege ontwikkeling van deze kinderen, dat ik mag spreken van een unieke dataverzameling. Het is van wetenschappelijk belang om te kijken wat deze gegevens ons kunnen vertellen over de latere ontwikkeling van deze kinderen. Met deze informatie kunnen we eerder problemen opsporen en op jongere leeftijd allerlei problemen voor zijn. In het belang van de kinderen, hun ouders en de maatschappij. Ik hoop dat alle ouders in de toekomst net zo enthousiast aan het onderzoek blijven bijdragen als in de afgelopen acht jaar.
Dr. Ger Ramakers,
Kinder-en Jeugdpsycholoog, psycholoog NIP
Trainer Positief Opvoeden (Triple P)
OntwikkelingsAdvies.nl
Pingback: Jurylid en ontwikkelingsdeskundige bij de Nominatie Speelgoed van het Jaar 2016 - Ontwikkelingsadvies.nlOntwikkelingsadvies.nl