Dyslexie is een specifieke leerstoornis waarbij het technisch lezen en vaak ook de spelling ernstig achter blijven in verhouding tot het algemeen verstandelijk niveau van het kind. Het technisch lezen heeft betrekking op het snel en juist kunnen oplezen van woorden. Een voorwaarde voor dyslexie is bovendien dat de problemen weinig verbeteren ondanks zes maanden extra gericht leesonderwijs. Om vast te stellen of een kind dyslexie heeft moet er allereerst sprake zijn van ernstige problemen in het technisch lezen. Dat blijkt uit de CITO-scores voor het technisch lezen, die elk half jaar (rond eind januari/begin februari en rond eind mei/begin juni) op school bepaald worden. Wanneer uw kind bij twee opeenvolgende CITO-afnames een E- of V- score heeft voor technisch lezen (of een D-score in combinatie met een D- of E-score op spelling), dan is er sprake van ernstige lees- en/of spellingsproblemen. Het is belangrijk om dan bij de school aan de bel te trekken. Als het goed is heeft school voor die tijd hierover al contact met u opgenomen. Door het afnemen van een screeningstest kan meer precies in kaart worden gebracht of er een risico is op dyslexie. Als dat zo is, dan is het belangrijk om vast te stellen of er sprake is van “resistentie”: of de ernstige lees/spellingsproblemen wezenlijk verbeterd kunnen worden door extra gericht lees- en spellingsonderwijs. Daarbij moet u denken aan een uur (liefst individueel) extra leesonderwijs (gericht op de aard van de problemen) per week plus huiswerk voor thuis. Als na een half jaar de lees-/spellingsproblemen een stuk minder zijn geworden, dan is er waarschijnlijk geen sprake van resistentie en dus ook niet van dyslexie. Als de problemen weinig verbeterd zijn (nog steeds lage CITO-scores) dan kan door middel van een dyslexietest vastgesteld worden of uw kind dyslexie heeft (of toch niet). Uit de dyslexietest blijkt vaak ook welke aspecten van de informatieverwerking verstoord zijn, waardoor het lezen of spellen niet goed gaat. Als uit de dyslexietest blijkt dat uw kind dyslexie heeft, dan kunt u een dyslexieverklaring krijgen. Met de dyslexieverklaring krijgt uw kind bijvoorbeeld meer tijd om toetsen te maken. Ook kunt u dan aanspraak maken op vergoedde dyslexiebehandeling. Om dyslexie vast te stellen moet ook duidelijk zijn dat de lees- en spellingsproblemen van uw kind niet veroorzaakt worden door een algemeen laag verstandelijk niveau. Wanneer een kind bijvoorbeeld een verstandelijke beperking heeft, dan heeft het kind waarschijnlijk problemen met meerdere vakken en is er geen sprake van specifiek lees- en/of spellingsproblemen. Om vast te stellen of het IQ in orde is, moet bij dyslexie-onderzoek meestal dus ook een IQ-test afgenomen worden. Die kan eventueel in verkorte vorm afgenomen worden. Dyslexie staat in principe los van het IQ. Ook (hoog)begaafde kinderen kunnen dyslexie hebben. Het aantonen van dyslexie kan bij deze groep kinderen wel moeilijker zijn omdat deze kinderen vaak allerlei compensatiestrategieën gebruiken, waardoor het leesprobleem gemaskeerd kan worden.
-
Nieuws
- De praktijk blijft open tijdens de coronacrisis
- Opvoedtip: Wat te doen als de leerkracht van uw kind schreeuwt.
- Het speelgoed en de spellen van 2016 zijn bekend!
- Jurylid en ontwikkelingsdeskundige bij de Nominatie Speelgoed van het Jaar 2016
- Vroege Onderkenning van Ontwikkelingsproblemen voor VTO-Vroeghulp van de GGD Amsterdam
Links